Het Bos in België

foret

Bossen zijn er in ieders belang, om verschillende redenen waar men zich al dan niet bewust van is (vertragen van het broeikasteffect, vrije tijd, vertragen van de waterlopen, filteren van het water, voorkomen van erosie,…) . Ondanks de talrijke diensten die ze verstrekken, zijn bossen op verschillende plaatsen van de planeet bedreigd door de menselijke activiteit. Dit is ongetwijfeld een van de talrijke onvermoede aspecten van de dubbelzinnigheid van het menselijk wezen…  Bossen kunnen echter enkel duurzaam blijven bestaan indien iedereen meehelpt aan het behoud ervan, onder andere door een beter begrip van de kwestbare evenwichten waardoor ze beheerst worden en waarvan de Mens deel uitmaakt.

Zoals alle levende organismen evolueert een boom iedere dag; het is een wezenlijk kenmerk van de boom dat hij groeit en hout aanmaakt. In tegenstelling tot wat velen denken, is bosuitbating, en dus ook het gebruik van hout, geen bedreiging voor onze bossen. Een bos dat op een correcte manier wordt uitgebaat, zal namelijk beter gedijen door meer hout voort te brengen en zijn rol van vastzetten van CO2 en produceren van O2 beter te vervullen.

Het gebruik van hout, bijvoorbeeld in de bouw, bevordert de ontwikkeling van de bossen. In de geïndustrialiseerde landen heeft de vraag naar timmerhout een positieve invloed op de bossen omdat de boseigenaars hierdoor worden aangezet om te investeren en te kiezen voor een doordacht en duurzaam bosbeheer.

Het Belgische bos

Het Belgische bos beslaat ongeveer 704.821 ha(1) waarvan 556.200 ha zich in het Waalse Gewest bevindt, 146.381 ha in het Vlaamse Gewest en 2.240 ha in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 23% van het Belgische territorium wordt ingenomen door bos.

Sinds meer dan een eeuw neemt het Belgische bos in oppervlakte toe: 435.000 ha in 1866, 618.000 ha in 1970 en 692.916 ha in 2000, hetzij bijna 60% groei op 140 jaar. Bossen vertegenwoordigden 21,23% van het Belgische territorium in 2002. In de volgende jaren zal de beschikbaarheid aan inlands hout groter zijn dan dat nu het geval is.

Momenteel is de gemiddelde jaarproductie, voor alle houtsoorten samen, ongeveer 7,71 m³ per ha, terwijl ze in het begin van de 20e eeuw niet meer dan 1,5 m³ per ha bedroeg. Ze is met andere woorden vervijfvoudigd en de kwaliteit van onze bossen is aanzienlijk verbeterd.

Meer dan de helft van de oppervlakte van de provincie Luxemburg wordt ingenomen door bossen en daarmee voert die provincie de lijst aan. Daarna volgen de provincies Namen, Luik, Henegouwen, Antwerpen, Limburg, Brabant (Waals en Vlaams), Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen.

(1) Panorabois Wallonie, uitgave 2017, Office Economique Wallon du Bois

Situatie in het Waalse Gewest

De beboste oppervlakte bedraagt 556.200 ha, dit is 33 % van de totale oppervlakte van het Waalse Gewest.

De verhouding loofhout/naaldhout is 57 % loofhout en 43 % naaldhout. Ter informatie, artikel 31 van de ‘Code forestier wallon’ (BS 12.09.2008 – in voege getreden op 13 september 2009 – AGW. 27 mei 2009 – BS 04.09.2009) vermeldt duidelijk, dat indien de Waalse Regering, op het vlak van het Waalse Gewest, een risico tot aanzienlijke wijzigingen vaststelt tussen de oppervlakten van loofhout- en naaldhoutbestanden, ze verschillende maatregelen moet treffen om aan deze situatie te verhelpen. Volgens de bijlage aan dat boswetboek bedroeg de oorspronkelijke situatie een evenwicht van 53% loofhout en 47% naaldhout. De actie van de Regering moet worden voorzien van zodra de afwijking groter is dan 5% van deze oorspronkelijke situatie.

In onderstaande tabel wordt de oppervlakte per houtsoort gegeven voor Wallonië.

foretwallone

Oppervlakte (openbare en privébossen) in ha Volume op stam

(* 1000 m³)

LOOFHOUT Eiken 79 900 23 559
Beuken 44 400 15 540
Eiken en beuken gemengd 29.300 /
Essen 7 700 3 603
Eiken en essen gemengd 8 000 /
Berken 1 200 3 133
Populieren 7 700 1 923
Bestanden van edel loofhout 1 25 100 /
Andere loofbomen 2 43 000 6 647
Kreupelhout 14 600 /
NAALDHOUT Vuren 123 200 43 598
Douglas 20 300 6 148
Douglas en grenen gemengd 12 000 /
Grenen 8 300 3 322
Lorken 7 000 2 587
Andere naaldbomen 3 22 300 998
Niet-productieve bosgebieden 81 000 /

 Bron : Direction de la Nature et des Forêts, 2017, Inventaire Permanent de la Ressource Forestière Wallonne.

1 : Volgens afspraak komt dit overeen met bestanden waar zogenaamd edele loofhoutsoorten (rood eiken, esdoorn, essen, kersen, olmen) alleen of onderling gemengd meer dan 2/3 van de grondoppervlakte van het bestand innemen.

2 : Volgens afspraak komt dit overeen met bestanden waar loofhoutsoorten meer dan 50% van het hout op stam uitmaken maar niet tot de andere categorieën behoren.

3 : Volgens afspraak komt dit overeen met bestanden die voornamelijk uit naaldhoutsoorten bestaan (meer dan 50%) maar die niet beantwoorden aan de classificatiecriteria voor zuivere of quasi zuivere naaldhoutbestanden.

50.8% van de beboste oppervlakte in Wallonië is in handen van ongeveer 100.000 privé-eigenaars. De gemiddelde oppervlakte per boseigenaar bedraagt dus niet meer dan 2,82 ha.

Bij de openbare boseigenaars zijn verschillende soorten te onderscheiden: 35 % van de totale beboste oppervlakte behoort toe aan gemeentes, 11% aan provincies en ongeveer 2% aan kerkfabrieken, ocmw’s en intercommunales.

De oppervlakte van het Waalse bos blijft onophoudelijk lichtjes aangroeien.

 Situatie in het Vlaamse Gewest

Evolutie van het bosareaal

Dankzij de bosinventarissen van het ANB is meer informatie beschikbaar over de bossen van Vlaanderen. De gegevens uit deze inventarissen worden continu aangevuld en over een periode van 10 jaar is volledig Vlaanderen doorlopen. Zo kent Vlaanderen ongeveer 140.300 ha aan bos, wat overeenkomt met een bosindex van 10,3 %. Van deze 140.300 ha bestaat 54,8 % uit loofhout-, 27,5 % uit naaldhout- en 16,8 % uit gemengde bestanden. Ongeveer 60 % van de beboste oppervlakte is in privébezit. Bij de openbare eigenaars onderscheiden we het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeentes, OCMW’s, kerkfabrieken en intercommunales. Het aantal privébosbezitters ligt rond de 40.000 en de gemiddelde oppervlakte per eigenaar bedraagt 2,11 ha.

De derde bosinventaris, die momenteel aan zijn vijfde jaar bezig is, leert ons dat de totale oppervlakte bos niet significant daalt of stijgt. Indien naar de verschillende provincies gekeken wordt, valt op dat West-Vlaanderen de laagste bosindex heeft (2,35 %) en Limburg de hoogste (18,99 %). Deze waardes zijn ook constant gebleven voor de voorbije 10 jaar. Naast de bosinventaris zijn ook andere manieren gebruikt om de oppervlakte van het bos in Vlaanderen te schatten. Zo bestaat de bosreferentielaag die gebruik maakte van verschillende geografische lagen. De boswijzer is een methode die uitsluitend werkt via satellietbeelden, wat het arbeidswerk enorm verminderd. Deze methode houdt echter geen rekening met de vereisten om bos te zijn, zoals de minimumoppervlakte en het type bomen (bv. een boomgaard). Dit leidt tot de grote overschatting bij zowel de eerste als de tweede versie. Daarnaast bestaat er nog de oppervlakte aan bos die gerapporteerd wordt aan Europa voor het LULUCF-boekhouding. Al deze methoden geven een verschillend bosareaal voor Vlaanderen (Figuur 1). Uit al deze methodes is de bosinventaris de meest nauwkeurige.

 

De staande voorraad kent een sterke groei tegenover de eerste bosinventaris. Het volume is gestegen van 216,62 m3/ha in de eerste bosinventaris naar 273,33 m3/ha in de tweede en derde inventaris. De loofboomsoort die het snelst groeit, in normale omstandigheden, is populier (Populus sp.). Bij de naaldhoutsoorten is dat de douglasspar (Pseudotsuga menziesii). De gemiddelde boom groeit het snelst bij een diameter van 50-80 cm. Enkel populier groeit het sterkst bij kleinere diameters om vervolgens te dalen in groei. In de laatste decennia zijn veel naaldhoutbestanden omgevormd tot gemengde bestanden, maar toch is de voorraad aan naaldhout niet gedaald. Het zijn voornamelijk de inheemse loofboomsoorten (inlandse eik (Quercus spp.), beuk (Fagus sylvatica), berk (Betula spp.)) die aan volume toenemen. Toch blijft grove den (Pinus sylvestris) de boomsoort met het hoogste volume in de Vlaamse bossen (Figuur 2).

In de derde bosinventaris is onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het Vlaamse hout. Deze beoordeling is zeker handig maar de resultaten mogen niet simpelweg overgenomen worden. Zo wordt voor de eerste 6 meter van een boom visueel ingeschat of deze cilindrisch is. Een bepaling van de diameter op verschillende hoogtes zou een veel betere indicatie geven, maar is veel te arbeidsintensief voor het team. Uit de derde bosinventaris blijkt dat 52,48 % van de bomen een nagenoeg cilindrische eerste 6 meter heeft. Corsicaanse den (Pinus nigra) en populier vertonen de meest cilindrische stammen. Dit maakt van Corsicaanse den een veel voorkomende boomsoort (derde meeste volume) die een mooi stamverloop kent en uitstekende mechanische eigenschappen vertoont. Deze soort wordt ondanks dit alles weinig gebruikt in de houtbouw. Naast de vorm van de boom werd ook gekeken naar defecten zoals draaigroei, zonnebrand, gezwellen …. In deze data wordt een zeer belangrijk defect voor de houtindustrie niet vermeld, namelijk noesten. Noesten vormen een probleem bij verschillende toepassingen van hout waardoor het nuttig kan zijn om de volgende bepalingen van de houtkwaliteit ook noesten mee te nemen. Controleren op noesten kan vrij eenvoudig door te kijken naar de aanwezigheid van (dode) takken.

Houtoogst

Terwijl in Nederland een systematische aanpak bestaat voor het bepalen van de hoeveelheid rondhout die geoogst wordt, loopt Vlaanderen achter. Hierdoor dienen telkens schattingen gemaakt te worden van hoeveelheden geoogst rondhout. Er zijn echter organisaties die hierover data bijhouden in hun domeinen. Het ANB (28.914 ha gecertificeerd bos) en de Bosgroepen (56.300 ha) die privé-eigenaars helpen in het beheer van bossen, houden deze cijfers wel bij.  De houtverkoop van beide organisaties is sterk vergelijkbaar (Figuur 3).  Ondanks de gestegen houtvoorraad is het volume aan verkocht rondhout is het laatste decennium sterk gedaald. De opbrengsten uit houtverkoop zijn echter gestegen sinds de dip in 2020 (Figuur 4). De recente stijging van de opbrengst kan moeilijk verklaard worden.

 

Ontbossing

Ontbossing wordt in het Bosdecreet beschreven als: “iedere handeling waardoor een bos geheel of gedeeltelijk verdwijnt en aan de grond een andere bestemming of gebruik wordt gegeven”. Deze praktijk is verboden in Vlaanderen met uitzondering van volgende situaties:

  • ontbossing met het oog op handelingen van algemeen belang;
  • ontbossing of verkaveling in zones met de bestemmingen woongebied of industriegebied in de ruime zin en zones die hiermee gelijk te stellen zijn;
  • ontbossing van de uitvoerbare delen in een niet-vervallen vergunde verkaveling;
  • ontbossing in functie van vastgestelde Europese natuurdoelen op voorwaarde dat de ontbossing is opgenomen in een goedgekeurd beheerplan.

Indien ontbossing plaatsvindt, moet het gecompenseerd worden. Deze compensatie kan gebeuren door het aanplanten van bos op een andere locatie of door het betalen van een bosbehoudsbijdrage. Deze bijdrage komt overeen met 4,22 €/m2 tot 12,66 €/m2. De compensatiemethode gaat gepaard met enkele kritieken zoals dat nieuw aangeplant bos niet dezelfde ecologische waarde heeft als ouder bos. Ook melden Bosplus en Greenpeace dat deze compensatiemethode achterloopt in de praktijk (De Vroey et al., 2023).

Hout oogsten is geen ontbossing

Ontbossing gaat altijd gepaard met het kappen van bomen. Dit is echter compleet verschillend met kappen van bomen voor houtoogst in een beheerd bos. Hout is een duurzaam materiaal dat ontelbaar veel toepassingen kent. Het wordt geoogst uit bossen maar in het grootste deel van de gevallen blijven deze bossen bestaan. In Europa wordt sterk ingezet op het gebruik van legaal gekapt hout om zo illegale ontbossing tegen te gaan. Hiernaast wordt ook ingezet op hout afkomstig uit gecertificeerde bossen. Dit zijn bossen waarvan geweten is dat de houtoogst geen nadelige gevolgen zal voor het bosareaal en een zo laag mogelijke impact heeft op de aanwezige ecosystemen. Het oogsten van hout uit duurzaam beheerde bossen mag dus zeker niet verward worden met ontbossing.

Uit cijfers die Bosplus jaarlijks opvraagt bij het ANB, blijkt dat er dagelijks een voetbalveld ontbost wordt mét vergunning. Naast de vergunde kappingen vinden jammer genoeg ook illegale kappingen plaats van bossen en hoogstammige bomen die niet tot bos behoren. Deze illegale praktijken zijn moeilijk waar te nemen maar kunnen strenger aangepakt worden indien ze toch ontdekt worden. In de periode 2019-2021 werd vastgesteld dat 161 ha illegaal gekapt is. Herstelplicht volgt hierop maar via enkele achterpoortjes kunnen deze personen er vanaf komen met enkel een compensatie. Strenger optreden van de autoriteiten is hierdoor een must geworden (De Vroey et al., 2023).

 

Bronnen voor Vlaanderen:

De Vroey, L., De Somviele, B., Forceville, E. & Meert, F. (2023). Ontbossing in Vlaanderen. Onze bossen op wandel. BOS+ en Greenpeace België.

Govaere L. & Leyman A. (2022). Vlaamse bosinventarisatie Agentschap Natuur en Bos (VBI1: 1997-1999; VBI2: 2009-2018; VBI3: 2019-2021).

 

 

Situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Het Brusselse bos beslaat 2.240 hectare waarvan 1.654 hectare alleen al in het Zoniënwoud. Het bosbestand in het Zoniënwoud is al volgt samengesteld:

LOOFHOUT Beuk 74%
Eik 16%
Andere loofbomen 2%
NAALDHOUT Naaldbomen ( vooral dennen en lorken) 8%

Bron : Natuurrapport 2012 – Brussels Instituut voor Milieubeheer