Het samenbrengen van de verschillende innovaties in de Europese houtindustrie en het bespreken van verschillende mogelijkheden om de veerkracht van de bossen van Galicië te verbeteren

Het symposium ‘Native hardwoods, the resilience of the forest sector’ werd in Lugo georganiseerd in het kader van ‘Project for Valorizing Harwoods in Galicia’ en het Europese RESONATE-project

Huidige situatie in Galicië 

Galicië kent 3 soorten van loofhoutbossen: aangeplante populierplantages, aangeplante Eucalyptusplantages en bossen met verschillende inheemse eiken en andere soorten. Hiernaast heeft het gebied nog een aanzienlijke hoeveelheid naaldhout. De houtoogst in Galicië is momenteel gedomineerd door Eucalyptus. Dit hout wordt voornamelijk gebruikt in laagwaardige toepassingen zoals energie, pulp en papier en vezelplaten. Het naaldhout, dat ongeveer half zo veel geoogst wordt als Eucalyptus, krijgt meer hoogwaardige toepassingen zoals gezaagd hout. Ten slotte is er nog het inheems loofhout dat maar voor een zeer lage hoeveelheid geoogst wordt (in vergelijking met Eucalyptus en naaldhout) en voornamelijk gebruikt wordt voor brandhout. 

De laatste jaren zijn er steeds meer projecten die het loofhout willen promoten in Galicië. Dit gebied kent ongeveer 617.000 ha aan inheemse loofhoutbossen, maar momenteel is daar nog geen intensief en adaptief beheer op. Hierdoor bereiken de stammen geen afmetingen om de meest hoogwaardige toepassingen van loofhout te kunnen bereiken. Hierdoor is dit gebied sterk afhankelijk van de buurlanden voor import van kwalitatief loofhout.  

Eén van de problemen bij dit niet beheren is de verdeeldheid van de eigendommen. Net zoals in België is een groot deel van de bossen in Galicië in privébezit. Het grote probleem bij deze privébossen is dat de oppervlakte per eigenaar zeer klein is. Bij ongeveer 56% van de privébossen is de oppervlakte per eigenaar kleiner dan 0.5 ha. Bij 28 % ligt de oppervlakte tussen de 0.5 en 5 ha. Dit zorgt ervoor dat het voor veel eigenaars vaak niet de moeite lijkt om te investeren in een goed beheer. Een volledig uitgewerkt orgaan zoals de Bosgroepen in België is daar nog niet aanwezig. Een andere reden dat het beheer in loofhout amper tot niet uitgevoerd wordt, is de intensiteit en moeilijkheidsgraad van het beheer. Loofhout vereist meer aandacht dan eucalyptus of naaldhout om tot hoogwaardig hout te komen. Dit hoogwaardig hout is dan wel een stuk kostbaarder dan het hoogwaardige naaldhout.  

Anderzijds worden de voordelen van de loofhoutbossen erkend. In Galicië hebben ze te maken gekregen met een schimmel op de Pinus radiata die heel veel schade kon aanrichten aangezien deze naaldhoutsoort in monoculturen stond. Hiernaast heeft onderzoek aangetoond dat inheemse loofhoutbossen de kans op bosbranden verlaagd, wat voor een regio als Galicië zeker belangrijk is.

Het kwaliteitshout in grote volumes moet dus momenteel bijna allemaal geïmporteerd worden, met name uit het buurland Frankrijk. Hiernaast is de wens ook aanwezig om de diversiteit aan gebruikte houtsoorten te vergroten. Een onderzoek naar de bossen in Galicië wordt ondersteund door de oprichting van de marteloscoop van Labia.

Een marteloscoop is een stuk bos (hier 100 x 100 m) waarin elke boom opgemeten en genummerd wordt. Hierdoor kan de evolutie van dit bosareaal nauwgezet opgevolgd worden om zo het toekomstig beheer op af te stellen.

Figuur 1: Foto van de marteloscoop van Labia waar 60-jarige eiken staan. 

Wat opviel aan de marteloscoop in Labia is dat de densiteit aan bomen zeer hoog was en dat de stammen (van 60 jaar) hierdoor geen grote diameters hebben (Figuur 1). De scheve vormen van de stammen vormen zeker ook een groot probleem als er naar kwaliteitshout gewerkt wil worden. 

Innovaties 

Naast het streven naar kwaliteitshout wordt momenteel ook onderzocht hoe stammen met kleinere volumes ook meer hoogwaardige toepassingen kunnen krijgen. Hierbij is het zeer belangrijk om te kijken wat de koper wilt hebben. Hiervoor worden markstudies gedaan en internationale evenementen georganiseerd om de kennis te vergroten. Een voorbeeld hiervan is het symposium waar dit artikel over gaat. Uit de combinatie van marktonderzoek en technologie zijn verschillende potentiële toepassingen van het hout ontstaan die momenteel bekeken worden om toe te passen. Zo kan een cascade-systeem opgesteld worden waarbij eerst de meest hoogwaardige toepassingen van het hout benut worden om als laatste optie voor brandhout te gaan. 

Een groot struikelblok in Galicië is momenteel het kleine netwerk. Zowel de kennis en capaciteit zijn te laag waardoor er in de nabije toekomst weinig goede vooruitzichten zijn. Hierdoor werd benadrukt dat het contact met andere landen versterkt moet worden om een goede toekomst voor de bosbouw in Galicië te kunnen realiseren. 

Om onder meer aan de toekomst te denken zijn verschillende personen vanuit heel Europa uitgenodigd om over innovaties van houtproducten te praten. Uwe Kies van Innovawood sprak over het de klimaatverandering en het effect op de Europese bossen. Hij toonde aan dat de boomsoortensamenstelling mee zal veranderen met het klimaat.

Momenteel zijn de voorspellingen dat naaldhout het steeds minder goed gaat doen in de toekomst en dat er meer en meer verstoringen (hittegolven, droogtes, pesten) gaan komen. Aangezien naaldhout momenteel ongeveer 90% van de totale houtoogst in Europa inneemt, moeten er zeker aanpassingen gebeuren (FAOSTAT databank). Hierdoor moet vandaag ingegrepen worden in het bosbeheer. Vervolgens toonde meneer Kies het verschil aan tussen loof- en naaldhout op basis van het geproduceerde hout. Zo heeft loofhout een grotere kroon en meer takken, maar ook de eigenschappen van het hout zijn over het algemeen anders. Loofhout heeft vaak een hogere massadichtheid dan naaldhout.  

Met het oog op meer beschikbaar loofhout werd gekeken naar innovatie. Voorbeelden hiervan zijn LVL-balken uit beuk ipv naaldhout, de combinatie beuk/vuren voor balken, berken-CLT… Dit zijn allemaal voorbeelden waarbij loofhout kan meer gebruikt worden in de bouw.  Klaus Richter van de TU München sprak vervolgens over de uitdagingen die loofhout met zich mee brengt. De vaak niet cirkelvormige doorsnede, vaak scheve stamgroei, vorming van zware takken, de variabiliteit binnen eenzelfde soort… Dit zijn allemaal eigenschappen die minder voorkomen bij naaldhout waardoor werken met loofhout moeilijker is, maar alles behalve onmogelijk. Hoe meer verschillende eigenschappen voorkomen binnen loofhout, hoe meer potentiële innovaties er uit kunnen voortvloeien! 

Andreas Nikolaus Kleinschmidt von Lengefeld bracht het interessante feit dat steden, die momenteel grote koolstofuitstoters zijn, kunnen omgevormd worden tot koolstofputten. Indien er meer hout gebruikt wordt in onder meer de bouw. Dit hout kan zeer lange tijd meegaan waardoor de opgeslagen koolstof niet terug vrijkomt in de atmosfeer. Het is momenteel ook al duidelijk dat er weinig limieten zijn op hoe hoog een houten gebouw kan gaan. Ten slotte presenteerde Vincent Defays (Fillière Bois Wallonie) de situatie van Wallonië. De loofhoutindustrie is hier vrij laag en veel gebaseerd op export. Om hiervan af te stappen pleit Defays voor meer onderzoek, innovatie en investeringen. Voorbeelden van initiatieven die het loofhout meer waarde kunnen geven zijn de houten fietsen van Zafi en de mobiele zagerijen.